• Op 26 april 1890 werd voor het eerst les in “nuttig handwerken” gegeven. De animo van de meisjes om deze lessen te volgen was niet groot. Vanaf 1922 moest dit vak voortaan tijdens schooluren gegeven worden. Door de leerlingen van de laagste klassen een uur eerder vrij te geven, waren de onderwijzeressen in de gelegenheid deze lessen te verzorgen. Deze regeling stuitte op weerstand, zodat besloten werd dit vak buiten de schooluren te geven, terwijl het schoolbestuur de daaraan verbonden kosten voor zijn rekening nam.
• Omstreeks 1892 werd naar aanleiding van een klacht, dat de kinderen vanwege het stoken met steenkolen veel last van hoofdpijn hadden, besloten het een jaar met turf te proberen. Dat beviel kennelijk zo goed, dat de tussen de middag overblijvende kinderen bijna niet bij de kachels waren weg te slaan.
• In de jaren twintig van de twintigste eeuw wordt de mogelijkheid tot zittenblijven ingevoerd. Ging voorheen iedereen over naar de volgende klas, vanaf toen kan het voorkomen dat een kind een leerjaar moet overdoen.
• In 1928 wordt besloten een ouderavond op de scholen te houden. Ouderavonden worden daarna regelmatig, zij het alleen als er “lust” toe is, gehouden.
• Vanaf 1929 wordt regelmatig op de ledenvergadering gevraagd naar het leren lezen van de “oude druk”. Zeker tot 1954 werd in de hoogste klassen eenmaal per week hierin les gegeven.
• Het bestuur besloot in 1929 rapportboekjes in te voeren en ze drie tot vier keer per jaar mee naar huis te geven.
• Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw is het de gewoonte, dat de zevende klas op schoolreis gaat. Na de oprichting van de V.G.L.O. school mogen alleen leerlingen van die school op reis. Na 1957 worden de schoolreisjes enige jaren gestaakt. In latere jaren gaan ook de drie hoogste klassen van de lagere scholen mee. Tot 1980 reizen de scholen gezamenlijk in een speciaal voor hen gereserveerde trein. De eerste jaren kon er nog in- en uitgestapt worden op het reeds jaren opgeheven station Staphorst. Na enige jaren wordt dit door de spoorwegen niet meer toegestaan, zodat de latere reizen plaatsvinden vanaf station Meppel.
• In 1942 wordt voor het gewoon lager onderwijs het achtste leerjaar ingevoerd. Tijdens de Duitse bezetting omvat het leerplan van het zevende en achtste leerjaar naast de gewone vakken ook Duits als verplicht vak. (Tenminste vier uur per week.)
• Klompen- en schoenennood vragen in 1943 de aandacht. Er zijn dan leerlingen die wegens gebrek aan schoeisel niet meer naar school kunnen komen.
• Op zondag 8 oktober 1944 wordt zowel de westerse school als de oosterse school door de bezetter gevorderd. Twee dagen later moeten de gebouwen ontruimd zijn. Beide scholen houden tot na de kerstvakantie beurtelings school in de boerenleenbank. De brandstoffennood is er de oorzaak van dat de westerse school gedurende de gehele winter in de boerenleenbank blijft.
• In de oorlogsjaren wordt op bevel van de bezetter het onderwijs in de lichamelijke oefening daadwerkelijk gegeven. Aanvankelijk op het schoolplein, later in de boerenleenbank. Voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stond het vak wel op het rooster vermeld, maar bij gebrek aan accommodatie werd het niet gegeven.
• In 1953 doet de schoolarts zijn intrede in de Staphorster scholen, terwijl in 1968 deelname aan de schooltandverzorging mogelijk is.
Uit: “Omzien en gedenken”
met enige aanvullende gegevens